Ontdek de Leerpiramide van EXOVA, een innovatieve onderwijsmethode die effectief leren bevordert. Leer hoe deze strategie kan worden toegepast in het rekenonderwijs en hoe het kan bijdragen aan betere leerresultaten.
Deze methode sluit aan bij het leren met leerlijnen, wil je hier meer over weten? Lees er dan meer over in dit artikel.
De leerpiramide is verdeeld in 4 kernbegrippen, doen, tekenen, rekenen en oefenen. Klik op de onderdelen hieronder om te leren over deze kernbegrippen.
Doen
Sleutelwoorden:
concrete materialen – ontdekhoek – rekenen uit leefwereld – context betekenis – verhaal
Je creëert, al dan niet samen met de kinderen, een situatie waarin spelend geleerd kan worden. Dat kan een rekenhoek zijn met activiteiten die matchen met het domein.
Hier kunnen kinderen spelend leren, samen werken en rekentaal die erbij hoort gebruiken.
Maak gebruik van zoveel mogelijk echte materialen en echte situaties zodat het leren betekenisvol wordt. Door dicht bij de kinderen te blijven zorg je ervoor dat er geleerd kan worden.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van betekenisvolle rekenhoeken:
- Een winkel, supermarkt, apotheek, museum, dokterspraktijk, kapper etc.
- Een bouwopdracht, dus met behulp van een stappenplan iets bouwen van LEGO, KNeXX, blokken etc.
- Een STEAM-opdracht, passend bij het thema. (STEAM staat voor voor Science, Technology, Engineering, Arts en Mathematics.)
- Een zaag-timmer hoek waar bijv vogelhuisjes worden gemaakt.
- Een reisbureau.
- Een dierentuin, dinosauruspark, speeltuin, pretpark bouwen, maken, ontwerpen en spelen.
- Een verteltafel met een postbode, huisjes, postauto, bakfiets, etc.
Wanneer kinderen niet tot spelen en leren komen, observeer dan en ga in gesprek met ze. Wat heeft het nodig zodat het wel werkt?
‘Een rijke leeromgeving bestaat niet als je geen tijd neemt om te zien hoe de kinderen erin spelen en als je de omgeving niet aanpast op wat je ziet.’ (bron: Bianca Antonissen)
Maak samen met jouw bovenbouwgroep opdrachtkaartjes die passen bij de hoek.
Speel mee, doe voor, haal iets weg, voeg iets toe, verander de setting.
Het kunnen soms heel kleine aanpassingen zijn.
Bekijk de hoek eens vanuit de ogen van een kind. Wil jij hier spelen? Waarmee zou je dan spelen? Er hoeven niet veel materialen te zijn, als dat wat er wel is maar goed is.
Denk vooral niet te groots!
Eropuit!
Een bezoek aan een winkel, supermarkt, museum, fabriek, kinderboerderij, dierentuin, trein- of busstation, etc horen hier ook bij. Net als het uitnodigen van gasten.
Laat de kinderen dit zoveel mogelijk zelf regelen. Dit doe je uiteraard passend bij de leerlijn en vooral in samenwerking met de kinderen.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van betekenisvolle situaties.
Een bezoek aan een museum, dierentuin, trein-of busstation
- De kortste route met behulp een kaart of plattegrond.
- De fietsrij organiseren
- De reisduur, of de reiskosten berekenen.
- Een telefoongesprek voeren om een afspraak (datum en tijd) te maken.
- Ouders/ begeleiders te regelen die meegaan.
- De kosten van het bezoek te berekenen voor de hele groep incl. begeleiders.
- De entree te betalen.
Een bezoek aan een winkel, supermarkt
- De kortste route met behulp een kaart of plattegrond.
- De fietsrij organiseren.
- Een boodschappenlijstje maken en gebruiken.
- Korting berekenen (in een kledingwinkel bijvoorbeeld).
- Tafelsommen zoeken (10 pakjes zakdoekjes, 2×5 etc).
- Op zoek naar kilo, pond en ons en daar foto’s van maken.
- Op zoek naar kommagetallen en die afronden.
Een wandeling door de buurt
- Op zoek naar even en oneven getallen.
- Op zoek naar buurgetallen.
- Oefenen met links en rechts, door een speurtocht.
- Op zoek naar getal groter (<) of kleiner (>)dan.
- Meten hoe lang een stoeptegel, steegje, straat, muur etc is.
- Oppervlakte van de zandbak, schoolplein of stuk gras is.
- Op zoek naar vormen of kleuren.
- De inhoud van een container of vrachtwagen meten en berekenen.
Eten en drinken
- Een moestuin aanleggen, de opbrengst ervan verkopen.
- Het eten en drinken voor Koningsdag, de paaslunch, de schoolreis of het schoolkamp organiseren.
- Onderzoek naar het eten en drinken van de kinderen in de groep of de hele school mbv een diagram.
- Koken en recepten volgen.
Tekenen
Sleutelwoorden:
concrete tekening – abstracte tekening
Gebruik hiervoor de echte situaties of spelsituaties die je al beleefd hebt.
Alles wat kinderen hebben ervaren wordt wat ‘platter’ als het ware.
Tijdens een instructie leer je de kinderen hoe ze schematisch tekenend een situatie in kaart kunnen brengen.
Je kunt hiervoor het vierslagmodel van EXOVA gebruiken. (hiernaast graag het plaatje van het vierslagmodel)
Opdrachten die hierbij passen vind je in de tool van MATH.
Hieronder volgen ook nog enkele voorbeelden:
Subdomein getalbegrip:
- Een getal tekenen in bijvoorbeeld honderdtallen, tientallen en enkelen.
- De waarde van een getal tekenen.
- Dobbelstenen tekenen.
- Getallen van groot naar klein, of andersom, neerleggen.
Subdomein breuken:
- Breuken tekenen.
- Een breukencirkel of breukenstrook maken.
- Van een getal een breuk tekenen.
Subdomein geld:
- In een folder op zoek naar een prijs.
- Uit folders bedragen van groot naar klein uitknippen en opplakken.
- Een geldbedrag tekenen in munten en briefjes.
- Een geldbedrag verdelen en dit tekenen.
- Wisselgeld tekenen.
Subdomein temperatuur:
- Dagelijks de temperatuur tekenen.
- Spelletjes met een temperatuur tekenen.
- Een grafiek maken.
Subdomein Meten 3D
- Een gebouw tekenen.
- Een plattegrond tekenen.
- Vormen natekenen, of knippen.
- Een ruitjestekening maken.
Rekenen
Sleutelwoorden:
rekenkundig model – strategie – som
Passend bij het thema en het domein biedt je rekenstrategieën, het werken volgens een rekenkundig model en sommen aan.
Hiervoor maak je gebruik van de instructiekaarten, strategiekaarten en uitlegkaarten. Zij vormen de basis voor jouw instructie. Een kind dat alvast of nog aan een ander doel werkt kan ook zelf deze kaarten bekijken of naar een instructiefilmpje kijken.
Vanaf dit moment worden er rekenschriftjes, wisbordjes en de oefenbladen gebruikt.
Na de instructie kunnen kinderen zelf aan de slag met het oefenen van de aangeboden lesstof.
Maak tijdens deze instructies ook gebruik van de lesideeën, de buiten- en beweeglessen die je vindt in de tool van MATH. Dit stimuleert kinderen om de rekentaal die past bij dit domein ook actief te gebruiken. Hierdoor stimuleer je de begripsvorming en lukt het automatiseren veel beter.
Oefenen
Sleutelwoorden:
uit ‘t hoofd – mentaal model – automatiseren
Als leerkracht zorg je voor afwisselende werkvormen en mogelijkheden om te automatiseren. Dit kunnen spelvormen zijn die je met de hele groep doet, maar ook individueel oefenen is belangrijk hierin.
Door middel van oefenbladen is de aangeboden oefenstof te automatiseren en memoriseren. Het gaat dan vooral om de basisvaardigheden van het rekenen.
Hiervoor zijn oefenbladen te vinden in de tool.